Hij had de hulpdiensten ingelicht over de zoon die aan het radicaliseren was, maar die deden naar zeggen van die vader niets met diens informatie. Hoe afschuwelijk het voor die vader en trouwens het hele gezin ook is, ik ontkwam niet aan de gedachte dat de man op een indirecte manier de Nederlandse overheid de schuld aan het geven was. Hij leek het slachtoffer van de overheid.
Geen moment stak de man zijn hand in eigen boezem om te overwegen dat hij wellicht tekort was geschoten in de opvoeding. Dat hij misschien, als vroom moslim, ongewild een voedingsbodem had gelegd voor het gedrag van zijn zoon...
Als vanzelf gingen mijn gedachten naar de volgende gezegdes: “Zoals de ouden zongen, piepen de jongen”; “De appel valt niet ver van de stam”; “Zo vader, zo zoon”: ik vermoed dat dit gezegdes zijn die elke aardbewoner bekend moeten voorkomen. Geen rook zonder vuur, trouwens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten