woensdag 26 februari 2014

Overtoom #2

Na vele weken nog steeds op TV die mededeling dat Overtoom nu Natunam heet, of ongeveer zo een oosters klinkende naam voor een massagesalon met happy end. Zijn ze nou nog steeds bezig? Waarom moet heel Nederland dat toch weten? Ils sont fou, les Français! En ze hebben bergen geld teveel! Daarbij leven ze ook nog in de tijd van ver voor het internet. Ik doe iets helemaal verkeerd in mijn leven...

In  mijn hele leven heb ik namelijk nog nooit een magazijnstelling, noch kantoormeubel hoeven aanschaffen. Als ik die artikelen nu wel ineens nodig zou hebben, dan googelde ik “magazijnstellingen” of “kantoormeubelen” en ik vermoed dat ik dan ruimschoots hits zou zien. Mogelijk zou ik vanuit de hit “Overtoom” doorgelinkt worden naar Matunan, maar ok, dat doorlinken doen meer winkels die van naam zijn veranderd.

Als ik Overtoom had overgenomen - en absoluut de naam zou willen veranderen in Anumat - dan zou ik het klantenbestand met de inkoopafdelingen hebben gekopieerd en aan alle klanten een opvallende vrolijke poster hebben gezonden met de naamswijziging en uiteraard een mailbericht, misschien met een grappige screensaver er bij. De meeste kantoormensen die ik heb meegemaakt hingen een leuke poster dan met plakband aan de binnenkant van hun kantoorkast of plakten het aan hun PC scherm als het een sticker was. Het zou me niet verbazen als het in Nederland om een mailing van ongeveer 60.000 exemplaren zou gaan. De verkoopafdeling kan die mailing dan lekker nabellen. Voor dit helaas veel te late advies zou ik graag het aan overige media weggegooide geld van die fransen hebben ontvangen...

Ik heb het gevoel dat de mannen van het reclamebureau dat die oeverloze landelijke media-onzin aan Overtoom heeft verkocht hun lul uit hun broek lachen! Ik weet geen passende vergelijkbare uitdrukking voor de reclamevrouw... “Je lacht je tepels uit je truitje...” zou dat kunnen? Of: “Je lacht je tieten uit je trui...”? Ach, ach, ik heb het allemaal helemaal verkeerd gedaan in mijn leven! Werken, terwijl het geld op straat ligt!

Mmm: "Je lacht je boobies uit je bra"... Ik kom er niet echt uit. Nou ja, is ook niet belangrijk.

woensdag 19 februari 2014

Zweeds sterven

Wat zou er toch met Volvo aan de hand zijn? Ik zie een auto, in somber mistig landschap, voice-over: “I want to live... I want to die... in Sweden”. Alweer, maar nu letterlijk, de dood als thema in een Volvo reclame. Wat eerder was hun reclamethema “Leave the world beHind” wat mij ook aan de dood doet denken.

Op reis gaan wordt wel met de dood in verband gebracht, “de laatste reis” is die naar het graf of zelfs nog verder, maar dat lijkt me toch niet het eerste waar je aan denkt bij de aanschaf van een auto. Zelf zou ik bij die aanschaf juist “het leven” in gedachte hebben: lekker op reis en nieuwe dingen ervaren in een fijne nieuwe auto! Zou Zweden een land zijn om comfortabel dood te gaan? Zou Volvo tegenwoordig voertuigen maken die extra geschikt zijn om jezelf in te pletter te rijden?
Er wordt wel gezegd dat noorderlingen somberder zijn dan andere mensen, maar voor de dood kan je dan beter in Nederland blijven, want daar schijnen de somberste mensen te wonen, althans volgens Nieuws.nl dd 18-02-2014. Maar in Afghanistan schijnt men nog somberder te zijn. Dan moet je wel eerst een heel eind rijden, maar dan heb je ook wat.

Nu is het zo, dat reclamemensen hun opdrachtgever graag terwille zijn en met hem meedenken. Dat geeft me ernstig te denken over de bestuurders van dat Volvo. Willen ze nu auto’s verkopen of lopen ze rond met zelfmoordgedachten dan wel ernstige twijfels over het Volvovoortbestaan?

Op de Volvo site vind ik hun geschiedenis, meest recent dit stukje:
<quote>
Zhejiang Geely Holding (Geely Holding) uit China is eigenaar van Volvo Car Group (Volvo Cars) (....  ...) In 2010, nam Geely Holding Volvo Cars over.
<unquote>

O ja, das waar ook: er zou elk jaar 10% economische groei zijn in China. Zou men zich daar op verkeken hebben? Want de prognoses gaan nu over maximaal 7%, zijn vermoedelijk onbetrouwbaar en de Chinezen steken zich nog erger in de schulden dan wij. Ook daar groeit dus een bubbel. En laten we eerlijk zijn, Volvo maakt - in reclamejongenstaal - nu niet bepaald de meest “sexy” auto’s. Volvo heeft nog net niet zo een suffig imago als Saab, maar het scheelt maar weinig.

Maar om daar, met de dood voor ogen, nu zo een reclame over te maken? Lef kan ik ze niet ontzeggen! Eugène Roorda, geef eens een toelichting?

dinsdag 18 februari 2014

OS Sportiviteit

De O. Spelen zijn, zoals de lezer onderhand waarschijnlijk wel weet, voornamelijk bedoeld als medium voor reclame. Teveel eerlijk en sportief behaalde resultaten van telkens hetzelfde land zijn eigenlijk maar hinderlijk. Discriminatie wordt niet geschuwd in wat een feest der verbroedering zou moeten zijn (Denk aan het homo-verhaal)(ben benieuwd hoe dat straks in Quatar gaat). Dit werd onderstreept door enig commentaar naar aanleiding van de Nederlandse schaatsprestaties:

Er werd namelijk gezegd dat, omdat de Nederlanders dit jaar bijna alles winnen wat er te winnen valt, de spelen niet meer interessant zijn om naar te kijken. Als mensen minder kijken, zien ze minder reclame; dat leidt er toe dat reclame tijdens de OS niet meer interessant is; daardoor verliezen we inkomsten! Dat kan best waar zijn, want vroeger wonnen de Russen en Amerikanen bijna alles en dat werd ook wat saai.

Dus moet de boel weer interessant gemaakt worden. Door andere regels te verzinnen. En de tien kilometer te schrappen of te wijzigen. Wat een flauwekul... naar schaatsen kijken is toch ongeveer hetzelfde als “naar groeiend gras kijken”, zoals Amerikanen wel zeggen.

Vreemd vind ik het dat er maar zelden aandacht wordt besteed aan landen die nooit iets winnen. Voor die deelnemers is er immers altijd hoop op verbetering en kan het nog echt spannend zijn. Wat een pret toen ik ging zoeken op “olympische spelen verliezers”!  De eerste twintig hits gingen alleen maar over het imagoverlies van ons koningshuis; het imagoverlies van Rutte; financieel verlies ivm de organisatie van de OS en commentaar van marketeers over verkeerde reclame uitingen. Met name commentaar op het Visa card gebeuren vond ik kostelijk... Visa is sponsor van de OS en accepteert alleen betalingen met Visa card, zelfs ter plaatse hebben ze andere kaarten geblokkeerd! Dan weet je dus zeker dat je nooit een Visa card gaat aanschaffen. Over de sport vond ik bij de hits behalve stukjes over specifieke sportlieden alleen een stukje over “zielzorg voor verliezers” die geregeld zou zijn.

Nederland zal zeker weer gaan lobbyen om de OS naar Nederland te halen. Humberto Tan zal er wel weer bijgesleept worden, en die vrouw die het altijd over “onze kanjers” heeft. En een hoop marketeers en spinners.
De burger is doorgaans het kind van - en krijgt altijd - de rekening. Als ik toch verplicht aan andermans hobby moet meebetalen, dan mag van mij het OS geld aan wat anders besteed worden.

maandag 17 februari 2014

Mobiliteit

16 februari was er een boeiend tv programma, met als thema: “Hoe komen we van de auto af”. Jongeren hebben weinig belangstelling om een auto te kopen. Er werden slechts een paar grote Amerikaanse steden als voorbeeld genomen, maar de argumenten waren dezelfde die hier ook al jaren bekend zijn in de grote steden: geen of dure parkeerplek, het ding staat 95% van de tijd stil, duur ding om te kopen. De fiets of het OV is een stuk handiger. Ja, dat klopt, in de stad. Carpoolen en taxi bestellen met slimme apps zou het file- en parkeerprobleem verminderen. Dit alles deed me sterk denken aan de Amsterdamse Witkar uit de zestiger jaren: die was zijn tijd te ver vooruit.

De titel van het programma dekte naar mijn gevoel de feiten niet, want het programma ging niet zo zeer over het “Van de auto af komen” maar grotendeels over moderne vindingen die de auto juist weer heel aantrekkelijk moesten maken en over efficiënter gebruik. Genoemd werden de zelfrijdende auto’s van Google waarom ik toch weer moest lachen omdat er gewoon een stuur en zo in zat. Maar dat kan zijn omdat het nog testmodellen waren. Het concept beviel me wel: gewoon op een feestje meeborrelen en op de terugweg op de achterbank in slaap vallen; de auto vindt de weg wel. Net als een paard met wagen de weg naar huis wel kon vinden terwijl de voerman in slaap was gesukkeld.

Het platteland werd maar vergeten. Ik heb met enige regelmaat een auto gehuurd omdat bepaalde plaatsen in oostelijk Nederland gewoon niet zijn te bereiken met openbaar vervoer. Dus moet je familie of bekenden vragen of die je bij een station of bushalte willen afhalen. En later na een hotel brengen, want ’s-nachts is er hoe dan ook geen OV. Zelfs een conferentiecentrum in Zeist, landelijk maar toch  in de randstad gelegen, is in het weekend amper met OV bereikbaar.
Zijdelings zag ik ook een elektrische auto voorbijkomen, maar het is met de gemiddelde geheel elektrische auto nauwelijks mogelijk om een retourtje Rotterdam – Zeist te halen. Kinderschoenenwerk dus. Een scootmobiel komt even ver (toegegeven, dan zit je wel in de regen). Tenzij je een Tesla S auto hebt, maar die is dermate prijzig (recente prijs 70.000 euro) dat je net zo goed een taxi kan nemen...

Maar wat ik toch weer verrassend vond: het echte probleem van de mobiliteit kwam weer niet aan de orde, namelijk: waarom zou je ergens heen gaan waar je helemaal niet hoeft te zijn? Al die mensen die naar een gebouw gaan om daar achter een beeldscherm te gaan werken kunnen immers doodgewoon thuis blijven. Of op een goedkoop vakantieadresje gaan zitten. Als ze met een smartphone kunnen werken kunnen ze ook een computer bedienen. Dat lijkt me een heel eenvoudige oplossing voor het fileprobleem. Dan zijn er op de weg alleen nog auto’s van transportbedrijven en van mensen die echt naar het werk toe moeten, zoals loodgieters, straatmakers, thuiszorgers, en een enkele verkoper. En plezierrijders.

Ik kreeg een grappige toegift: vannacht op BNR radio een programma voor autoliefhebbers (gesponsord door een leasebedrijf); als de presentatoren een ongelimiteerd bedrag zouden krijgen dan zouden ze het liefst een oldtimer aanschaffen... zoals een Aston-Martin. Of een Hispano-Suiza. Verder rijden ze doorgaans een oudere-mannen auto zoals de Porsche 911. Het word tijd dat het programma door jongeren gepresenteerd gaat worden...

zaterdag 15 februari 2014

Prozeïa (#3)

Als een schrijver nog door zijn of haar kleinkinderen begrepen wil worden, dan raad ik ten sterkste aan om geen hedendaagse muziektitels in het werk te vermelden. Simon Carmiggelt (een schrijver die helaas ook al bijna vergeten is) gebruikte bijvoorbeeld de titel van het liedje “Botch-A-Me” in een stukje. Dat lied was een tophit ergens omstreeks 1955, maar als je het nooit hebt gehoord kan je de sfeer van het stukje niet goed vatten. Het rock-and-roll-achtige liedje wordt gezongen door Rosemary Clooney, begeleid door een heel erg agressief klinkende clavecimbel, geen muziek die je in een verstild bruin café verwacht. Inderdaad: Clavecimbel. Heus waar... wat kan ik er aan doen? Check het op YouTube.

Je kan natuurlijk - als je het niet kan laten - toch bekende namen gebruiken, ik noem maar wat: Nirwana, maar verwacht niet van je lezers dat ze Wikipedia gaan raadplegen om er meer van te weten te komen... Over vijf jaar weet - behalve een paar verstokte en ondertussen op middelbare leeftijd gekomen fans - vermoedelijk niemand meer wat voor muziek Nirwana maakte.

Ook lijkt het me gevaarlijk om parodietjes op bestaande muziekjes te verzinnen: Als ik bijvoorbeeld schrijf:
“Alle moslims op de Dam, Sharialie, Shariala”
Dan weten de meeste mensen al niet meer dat dit een grapje is op het liedje “Alle duiven op de Dam, shalalalie, shalalala” van Gert en Hermien. Zo iets is dus meer geschikt voor actueel cabaret.

In Engeland is dat een beetje anders. De Engelse schrijver Terry Pratchett (lees zijn boeken!) maakt regelmatig gebruik van dit soort associaties. Misschien omdat in Engeland merken minder vaak van naam veranderen of langer in het collectieve geheugen blijven hangen. De komiek Spike Milligan (bekend van “The Goon Show” waarin onder andere ook Peter Sellers meedeed) is daar nog steeds net zo bekend als John Cleese of Rowan Atkinson, maar ik vermoed dat er maar heel weinig Nederlanders van hem hebben gehoord.
Ter illustratie: een paar jaar gelden kwam ik tijdens een vakantiereis een engelsman tegen, ik heb hem op zijn verzoek een MP3 van “The Ying Tong Song” (Goon Show ca 1955) gezonden: hij wilde dat als ringtone voor zijn smartphone hebben... Ik heb me er een paar jaar geleden een ongeluk naar gezocht; nu kan je het onzinliedje op YouTube vinden.

dinsdag 11 februari 2014

Asielzoekers

Een paar gedachtesprongen.

Gisteren op TV (NPR) twee jonge mannen uit Afrika, de ene op weg naar Engeland, om zijn studie af  te maken, de ander naar Duitsland, om werk te zoeken. De hele reis van Timboektoe naar Lampedusa kostte all-in 3200 dollar per man.
Ik vond het een beetje vreemd verhaal. Want ten eerste: hoe komen die gasten in hemelsnaam aan zo een bedrag? Ik zou op hun leeftijd alle hulp van familie nodig gehad hebben om dat bij elkaar te sprokkelen. En ten tweede: van alle plaatsen van waar je zou kunnen vertrekken wordt Timboektoe genoemd. Die plaats staat wereldwijd bekend om zijn afgelegenheid, de verste uithoek die je kan verzinnen (hoewel de Tahoudenni zoutmijnen nog iets verder afgelegen zijn). Het lijkt daarom een voor de Bühne slim gekozen vertrekpunt. Verder was hun doel ook zo mooi: studie afmaken en gaan werken. Ook verstandig: ze spraken redelijk Engels. Jaja, de ideale illegalen: met die gasten gaan we geen problemen krijgen. Zou de NPR de algemene mening willen beïnvloeden?

Het leek me een beetje op een oude reclamefolder van het Leger des Heils: die beschrijft hoe een hardwerkende Nederlander aan lager wal raakt door faillissement van de werkgever, hoge zorguitgaven voor ziek kind en zo. Die man willen we misschien wel helpen met een donatie. Terwijl iedereen weet dat er bij het Heilsleger voornamelijk alcoholisten en mensen met psychische problemen aan een plekje worden geholpen.

In de Tribune, blad van de SP, las ik een schrijnend verhaal over een asielzoekster die na gruwelijke ervaringen in het land van herkomst op haast onmenselijke manier vernederd wordt omdat in Nederland al de lichaamsopeningen onderzocht werden. Dat onderzoek lijkt me inderdaad wel overdreven.
Toch bracht ook dat verhaal me op de gedachte: “Waarom komen ze toch helemaal naar dat verre en koude Nederland?” Hoe en door wie wordt dat georganiseerd? Er zijn zo veel landen waar je naar toe kan, landen die veilig zijn en heel wat dichterbij het vertrekpunt liggen.
Jaren geleden ontmoette ik een Somaliër, die Frans sprak, en gebrekkig Nederlands. Mijn schoolfrans was beter dan zijn Nederlands. Op mijn vraag waarom hij niet naar Frankrijk, België of Zwitserland was gegaan, daar is het immers ook veilig en men spreekt er ook Frans, was het antwoord “Dat daar meer discriminatie was en minder goede voorzieningen”.

Als ik om wat voor reden zou moeten vluchten, zonder geld of goed mee te kunnen nemen, dan zou ik er geen probleem mee hebben om in een soort gevangenis te moeten zitten! Daar ben ik veilig, ik krijg er wat te eten en zelfs is er een dokter voor als ik ziek mocht worden. Lichamelijk onderzoek zou ik, weliswaar met tegenzin, accepteren, want het kan nooit erger zijn dan wat me “thuis” was overkomen. Ook zou ik zeker niet verder vluchten dan nodig: als ik maar veilig ben! Ook zou ik weer snel naar huis willen als de oorzaak van mijn vlucht niet meer bestaat.

Hoe dan ook ben ik er van overtuigd dat de oorzaak van het vluchtelingenprobleem opgelost moet worden in het land van herkomst. Tijdelijke opvang elders is misschien soms noodzakelijk, maar moet gericht zijn op terugkeer naar het “thuis”land. Ik weet het, ik redeneer vanuit een luxepositie. Ik ben toch blij dat ik niet bij de immigratiedienst werk...

vrijdag 7 februari 2014

Pakketpost

Het begint me ondertussen mijlen de keel uit te hangen dat er sinds de privatisering van de PTT soms per dag wel 4 bezorgers door de straat wandelen. Niet dat de wandelaars mij storen, maar die bezorgers treffen heel vaak geen bewoners aan: die zijn niet thuis want ze werken.
Dus gaan die bezorgers huis aan huis bellen tot er iemand open doet. Ach, een pakje voor de buren aannemen is toch geen probleem? Totdat het meerdere malen per week ging gebeuren dat er daarom  bij mij werd aangebeld.
Nu, ik wil de buren heus wel eens helpen, maar ik heb geen zin om onbezoldigd een hulppostkantoor of distributiecentrum te beginnen! Want: de bezorgers zijn al voorzien van een stapeltje briefjes om bij het afleveradres in de bus te gooien en zijn dus helemaal ingesteld op een sociaal verplichte burenhulpvaardigheid. Zo te zien heeft de afdeling logistiek van het bezorgbedrijf dat dus al helemaal ingecalculeerd.

Ik heb eens een bezorger gevraagd hoe het zit. Hij vertelde dat hij van zijn baas moest proberen om het pakje ergens af te leveren. Anders moest het weer mee terug en opnieuw worden aangeboden op een andere dag. En daar hadden ze natuurlijk helemaal geen zin in. Mogelijk wordt de bezorger per afgeleverd pakje betaald, maar dat weet ik niet.

Gisteren was het weer zo ver. En ik werd het helemaal zat toen mij werd gevraagd ook nog te tekenen voor ontvangst! Mijn naam zetten voor ontvangst van een pakket van de buren. Ik kijk wel uit. De beteuterde bezorger zei “het is alleen voor onze administratie”. Nou, dan zet die bezorger zijn eigen handtekening er maar op! Ik verdom het verder. Dadelijk is het een verkeerd pakket. Of er is wat mis met de zending en klopt de handtekening straks niet met die van de klager.

Het vervelende is dat ook wel eens bestellingen worden afgeleverd die voor mij zijn. Niets is ergerlijker dan tijdens werk gestoord worden door de problemen van een bezorger die andermans post niet kwijt kan. Totdat de postbezorging weer de kwaliteit van vroeger dagen heeft – van voor de privatisering dus – doe ik een plakkaat op de voordeur waarop de mededeling “dat het postagentschap wegens reorganisatie per direct is opgeheven”.

woensdag 5 februari 2014

Polare

Hee, in het stukje “Slepolex” schreef ik over de teloorgang van boekhandel De Slegte. Ik hoor naar aanleiding van de Polare mislukking de laatste tijd telkens weer uit de hoek van reclamemensen (o.a. BNR radio) dat De Slegte de “Bol.com” aanpak ofwel de webnering gemist heeft. Hoe zouden die mensen toch op dat idee komen? De Slegte had een heel goede landelijk werkende webwinkel waarbij ik ooit wel wat heb besteld. Zouden die reclame kwibussen het alleen reclame vinden als het, net als Bol, tot kotsverwekkends toe op de TV is geweest of hebben ze nooit op internet een boek gezocht? Ik vermoed dat laatste, want op die manier heb ik de online winkel van De Slegte gevonden.

maandag 3 februari 2014

Financiën...

Ideetje:
Nu staatssecretaris van financiën Weekers wieberen is, lijkt me dat een prachtig moment om hem te vervangen door die voormalig belastingcontroleur Henk Kamp! Die kent immers die pappenheimers der belastingen van haver tot gort en weet het naadje van de kous. Als Kamp het niet kan, dan weet ik het ook niet meer.
Nou ja, hij is momenteel minister van economische zaken, maar nood breekt wet en dan is hij meteen van dat gedoe met die aardbevingen en die aluminiumfabriek in Groningen af. Zou dit een "win-win" situatie kunnen zijn?

Prozeïa (#2)

Als een schrijver nog door zijn of haar kleinkinderen begrepen wil worden, dan raad ik ten sterkste aan om geen hedendaagse merknamen in het werk te vermelden. Nu weet iedereen nog wat googelen en internet is, doch de kans bestaat dat Google over honderd jaar niet meer bestaat of onder een heel andere naam verder is gegaan. Wie weet bestaan Twitter en Facebook over vijftien jaar ook niet meer, hebben ze ook een andere naam gekregen of gebruiken alleen een paar zonderlingen die media dan nog.

Een voorbeeld: internetprovider Zonnet, wie herinnert zich die naam ondanks dat er nog veel gebruikers van zijn? Het is ooit overgenomen door Versatel (is dat beter bekend ?) en is nu onder Tele2 te vinden. Dat alles binnen een paar jaar!

Wil je merknamen gebruiken, doe dat dan alleen als de naam honderd jaar of meer bestaat of wereldwijd bekend is, zoals Philips, Siemens, Samsung, Ford, Coca-Cola en dergelijke.
Maar pas op: Iemand gebruikte de merknaam “Luxaflex” in een boek en kreeg gedonder met advocaten van dat bedrijf. Het is te begrijpen, want Luxaflex is veranderd in een soortnaam, net als Aspirine, maar dat vinden de Luxaflex bobo’s kennelijk niet prettig. Dus gebruik liever het algemene woord “lamellen” of “zonwering” of zo iets.

Als iemand die geen bezoek wenst te ontvangen en zegt dat hij “In bespreking is met de heren Kabouter en Hulstkamp” dan begrijpt een hedendaagse lezer heel waarschijnlijk niet dat het over twee oude jenevermerken gaat. Ofwel dat de persoon zit te borrelen en niet gestoord wenst te worden.

Het lijkt me ook verstandig om niet al te veel “technische” woorden te gebruiken. Sommige zaken verouderen sneller dan je denkt: wie herinnert zich de Tamagotchi nog? Denk hierbij ook aan het lied “De Olieman” van Louis Davids uit ca 1932. Vermoedelijk worden sommige woorden uit de beginregels al niet meer begrepen door jonge mensen. Ik noem “blasé”; “vehikeltje”; “verpanden”; “aetherbanden”. Het zijn geen merknamen, maar woorden die naar mijn idee nog maar weinig voorkomen. Ik weet trouwens ook niet of de luisteraar zich realiseert dat de radio in 1932 nog maar net de kinderschoenen een beetje was ontgroeid, en dat de Ford beroemd (of berucht) was door het aan de lopende band geproduceerde Model T. De Ford fabriek is opgericht in 1903 en de eerste versterkerbuis of “radiolamp” stamt uit 1906, dus in 1932 waren auto en radio nog moderne producten! In het liedje wordt gezegd dat het tweedehandsje “In lang vervlogen tijden op de mensheid los gelaten” is... dus het is wel een heel oud wagentje.

Dat was het even. Doei.

zaterdag 1 februari 2014

Slepolex

Bij De Slegte kwam ik altijd graag. Het was voor mij bijna onmogelijk om die zaak zonder boek(en) te verlaten. ik heb er dan ook erg mooie oude uitgaven kunnen bemachtigen zoals de Duitstalige sprookjes van Grimm (1940, sommige sprookjes worden in Duitse dialecten geschreven wat zelfs voor sommige Duitsers lastig lezen zal zijn), het Engelse nogal zeldzame “Ingoldsby Legends”, en nog heel wat meer. Jammer alleen dat zaken als De Slegte er aan hebben bijgedragen dat kleine tweedehands boekwinkels grotendeels uit het stadsbeeld zijn verdwenen.

De Slegte is samengegaan met Selexyz en het geheel ging onder die volmaakt nietszeggende en lastig te onthouden naam verder. Logisch dus dat het minder goed liep, en de volgende nietszeggende naam, Polare, werd op de gevel geschroefd. Kennelijk geloofde de directie de praatjes van het merknamenbureau dat waarschijnlijk een vliegende doorstart van de oude winkels met de nieuwe naam beloofde... Zelf had ik de nieuwe zaak een makkelijk te onthouden naam gegeven, bijvoorbeeld “Menno’s Boekwinkel”, maar had ik een merknamenbureau dan had ik ze “Slepolex” in de maag gesplitst. “Xelopels” zou trouwens ook goed kunnen, dat doet een beetje aan Xoelapepel denken.

Wat me verbaasde is dat de inrichting van het pand van het voormalige “De Slegte” telkens wijzigde, voor het laatst toen het Polare werd. De boeken bleven hetzelfde, hoewel ik de indruk kreeg dat er minder tweedehands was te vinden. Dus ze hebben een hoop geld weggesmeten aan opleuken van de schappen en postpapier, maar voor de rest niks. Ik kreeg daardoor het gevoel dat er geen boekenliefhebbers aan de top zaten, maar meer het soort zakenlieden dat de Fyra gekocht zou kunnen hebben.

Vreemd genoeg kan ik er geen traan om laten als Polare geheel verdwijnt. Bij De Slegte was ik nog wel teleurgesteld over de teloorgang. Gelukkig is er in Den Haag nog steeds een wekelijkse boekenmarkt, er komt zelfs een boekhandelaar helemaal uit Borne (Twente) naar toe. Ik hoop dat de resterende kleine boekenwinkeltjes in het Haagsche een revival kunnen beleven nu ze van de grote concurrent af zijn.

Want kijk, een e-reader is natuurlijk wel leuk, maar een echt boek is onvervangbaar, zeker niet door een elektronisch plankje. Ook het rondsnuffelen in een boekwinkeltje is onvervangbaar. Mede omdat die winkeltjes nogal eens door erudiete kenners worden gedreven. Maar ik moet zeggen dat ik ook wel eens online een tweedehands boek heb gekocht...