De meting van de ongewenste stoffen werd gedaan op een manier die ik eigenaardig vind. Men maalde het product (zaden) tot fijn poeder, vermengde het met iets benzine-achtigs en daarna ging men het spectrum meten opdat de karakteristieken van die stoffen zichtbaar worden. Maar eigenlijk interesseert die meting me niet zo heel erg.
Want: als ik Quinoa zou willen eten, dan doe ik het in water en ga ik het koken tot het gaar is. Of ik ga het bakken met ui en daarna 20 minuten in bouillon koken. Ik zou willen weten wat er aan schadelijk materiaal in zit als het gaar is. Immers, sommige stoffen veranderen onder invloed van verhitting. Misschien verdwijnen de schadelijke stoffen wel en veranderen ze in onschuldige stoffen. Maar misschien ontstaan er juist andere schadelijke stoffen. Wellicht gebeurt er ook niks en dan heb ik vrede met de beschreven meetmethode.
Zoals het nu werd gepresenteerd maakt het op mij meer de indruk van een trucje om de biologische voedingsindustrie in diskrediet te brengen. Dat zou me niks verbazen, want die grote jongens vinden dat soort concurrentie helemaal niet prettig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten